TNO rapport Asbest in opdracht van Ministerie van SWZ

Staatssecretaris van Ark heeft in een brief aan de Tweede Kamer in september 2018 aangegeven op welke punten zij het asbeststelsel wil verbeteren. Onderdeel van deze verbeterpunten is het hanteren van meer risicogerichte uitgangspunten voor de regelgeving en het borgen van deskundigheid bij complexe werkzaamheden. SZW denkt na over een nieuwe/andere indeling van (werkzaamheden met) asbesttoepassingen die gebruikt kan worden om certificatie-eisen en eindbeoordeling-verplichtingen toe te kennen. Het doel is om te komen tot een transparant systeem van deskundigheidseisen en verplichtingen met betrekking tot eindbeoordeling bij het uitvoeren van werkzaamheden aan asbesthoudende toepassingen. Deze indeling zal meer risico gestuurd moeten zijn. Wat kunnen de gevolgen zijn als dit TNO-rapport door de Tweede Kamer als leidraad gebruikt gaat worden?

  • Momenteel dienen nagenoeg alle asbestwerkzaamheden in risicoklasse 2 en 2a door gecertificeerde medewerkers van een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf gedaan te worden. Met de indeling zoals TNO voorstaat, zullen de werkzaamheden met een beperkte blootstelling door niet gecertificeerde medewerkers (van een niet gecertificeerd asbestbedrijf) gedaan kunnen worden. Mits zij een z.g. basisopleiding hebben gevolgd.
     
  • Hoewel een visuele inspectie niet kan worden gebruikt om daadwerkelijk te controleren of de concentratie asbestvezels in de lucht van het werkgebied na afloop van de werkzaamheden onder de 2.000 vezels/m3 ligt, kan in situaties met een (verwachte) beperkte emissie van asbestvezels het uitvoeren van alleen een visuele inspectie dienen als een verlicht regime voor controle op het juist uitvoeren van de werkzaamheden. Daarbij hoeven dan dus geen luchtmetingen verricht te worden.
     
  • Wellicht dat in geval van amfiboolhoudende toepassingen hetzelfde principe opgaat (tijdens eindbeoordeling na risicoklasse 2A-saneringen in vergelijkbare situaties resultaten van monsters geanalyseerd met FCM onder 10.000 vezels en resultaten van monsters geanalyseerd met SEM/RMA onder 2.000 asbestvezels/m³). Als blijkt dat dit het geval is, zou kunnen worden overwogen om de luchtmetingen als onderdeel van de eindbeoordeling na risicoklasse 2A-saneringen ook met FCM te analyseren en daarbij te toetsen aan een toetswaarde van 10.000 vezels/m³ (waarbij dus indirect zou worden getoetst aan 2.000 asbestvezels/m³).

Lees voor een uitgebreidere toelichting de Samenvatting rapportage TNO.